Hiking met Manolis in Zagoria – de oude bruggen

20160506_091901We hebben afgesproken met Manolis bij de ingang van het dorp Dilofo. Met z’n nordic stick, rugzak en sportieve kledij herkennen we hem meteen. Hij komt naar ons toe en begroet ons vriendelijk. ‘Zijn jullie klaar om te vertrekken?’ We knikken enthousiast. De tocht begint bij het dorpsplein van Dilofo, waar zich in het midden – zoals in zovele Griekse dorpjes – een oude plataan bevindt. Het zijn prachtige bomen die in de hitte van de zomer voor verkoeling zorgen door hun schaduwrijke bladeren. De meeste zijn geplant tijdens de Turkse overheersing. Het was toen de plaats waar de burgers hun belastingen moesten betalen. Aangezien er ook geen straatnamen of nummers zijn, is het tegenwoordig eveneens de plaats waar de postbode heen komt en waar de mensen hun post komen afhalen of hun rekeningen betalen. Rondom de plataan staan terrastafeltjes en kleurrijke bloempotten fleuren het pleintje op. Achter de indrukwekkende plataan staat een al even indrukwekkend gebouw. Het herenhuis ‘Archontiko Makropoulou’ valt voornamelijk op door zijn hoogte. Manolis vertelt ons dat de eigenaar opzettelijk het huis zo hoog liet bouwen zodanig dat zijn vrouw, die afkomstig was van een naburig dorp, vanuit het huis ook haar geliefde dorp kon zien. Het herenhuis kreeg later een nieuwe bestemming en deed dienst als school. Tegenwoordig staat het mooie gebouw echter leeg. Dilofo betekent ‘twee heuvels’, het dorp werd zo genoemd omdat het amfitheatergewijs aan de voet van twee heuvels gebouwd werd. Het is eveneens een prachtig voorbeeld van de typische architectuur van de Zagori met als kenmerkend element de leistenen daken.

Vanaf het dorpsplein lopen we langs een pad een eikenbos in, algauw blijkt dat we in het gezelschap zijn van nog een plaatselijke gids. Ik vraag aan Manolis of het zijn hond is. ‘Nee,’ antwoordt hij, ‘dit is een van de vele honden van het dorp, die hebben geen eigenaar, alleen hun vrijheid. Hij is mij al verschillende keren gevolgd. Het is trouwens een tijdje geleden dat ik hem zag en nu ineens is hij terug.’ ‘Hoe heet hij?’ ‘Pippis’. Deze trouwe viervoeter zou ons de hele tocht lang gezelschap houden, hij bleek ontzettend slim en zorgde er als een echte herdershond voor dat alle schapen bij elkaar bleven. Manolis zette er meteen een goed tempo in, dit was niet even slenteren van dorp naar dorp. Het duurde niet lang of we kwamen het eerste stenen brugje al tegen, de Captain Arkouda brug, net voor het monument ter ere van Giorgos Arkoudas, een verzetstrijder tijdens de Turkse bezetting.

Na een fotostop steken we de weg over en gaan we opnieuw het bos in heuvelopwaarts. De zon schijnt en ik krijg het algauw warm. Vlug drink ik enkele slokken verfrissend water. Op de heuvel komen we een groep mountainbikers tegen. Manolis zegt ons even op kant te gaan. Ik begrijp in geen geval hoe iemand op dit rotsige pad ooit naar beneden kan fietsen, het lijkt mij een gevaarlijke onderneming. Pippis is alweer voorop, hij wacht ongeduldig tot we weer beginnen stappen. Ook voor hem heb ik bewondering, hij is gewond aan één poot, maar loopt gezwind de heuvels op en af op drie poten. Wat verder toont Manolis ons de volgende stenen brug, Plakida genaamd. Deze heeft drie bogen. Er was heel wat vakmanschap vereist om deze bruggen te bouwen. Ze zijn zo mooi dat ze als het ware opgenomen worden in het landschap. Ik denk aan Sicilië, een prachtig eiland, maar waar in tegenstelling tot deze bruggen de viaducten lelijke krassen vormen op het bucolisch schilderij. Aangekomen op de brug, is het opnieuw tijd voor een foto. Pippis is er als de kippen bij om mee te poseren, een waar natuurtalent. Na erover heen te zijn gelopen, gaan we bij de oever van de Vikos rivier zitten. De weerkaatsing van het zonlicht op het smaragdgroene water zorgt voor een perfecte weerspiegeling van de brug. Het is net of ik bevind me in een feeëriek sprookjesbos en verwacht zo om de hoek nimfen te zien verschijnen. Ik zou hier gerust nog een tijdje kunnen zitten, in de stilte van de natuur, kijkend naar de brug en het water. Maar er wachten ons nog enkele pareltjes dus zetten we onze tocht verder.

Onderweg geeft Manolis ook boeiend uitleg over de fauna en flora die we te zien krijgen. Zijn passie voor de natuur komt meteen tot uiting. Zo toont hij ons verschillende soorten wilde orchideeën aan. En ook vertelt hij ons welke dorpen we in de verte zien liggen. Zo kijken we nu uit op het dorp Kipi.  De wandeling gaat verder. Af en toe knoop ik een gesprekje aan met de gids. Zoals zijn naam me al deed vermoeden, is hij afkomstig uit Kreta. Hij vertelt me ook dat hij een huis heeft in het dorpje Dilofo waar we vertrokken en dat hij naast gids ook imker is. Hij is nieuwsgierig hoe we hier in Zagoria terecht gekomen zijn, de meeste toeristen kiezen toch voor de eilanden, voor zon, zee en strand? Hoewel ik ontzettend hou van de eilanden, vind ik deze streek een ware ontdekking. De natuur is hier zo overweldigend mooi, dat ik er dagen na thuiskomst nog aan denk. We wandelen verder naar de Kontodimou brug. Onderweg wijst Manolis nog een soort bloemetjes aan die wanneer je hun wortel in warm water beweegt, de substantie saponine vrijgeven waardoor er een zeepachtig schuim ontstaat. Vroeger gebruikten ze dit om kleren te wassen. Hun Latijnse benaming is Silene Latifolia, White Campion of zoals wij ze noemen nachtkoekoeksbloem. De naam Silene wordt in verband gebracht met de satyr Silenus, leermeester van Dionysos, en ook met het Latijnse woord saliva, afgeleid van het Grieks ‘sialon’. Latifolia betekent ‘met wijde blaadjes’. Naast deze witte variant, bestaat ook die met paarse bloemen. Deze wordt Silene dioica, Red Campion of dagkoekoeksbloem genoemd en scheidt een plakkerige substantie af die de pollen van insecten vangt.  Ik maak me meerdere keren de bedenking hoezeer we zijn vergeten of niet weten welke rijkdom aan producten de natuur bezit. We vervolgen het pad en komen uit bij het dorp Koukouli. Dit traditionele dorp met zijn fonteinen en typische architectuur is de geboorteplaats van Kostas Lazaridis, een wetenschapper wiens befaamde kruidenverzameling tegenwoordig tentoongesteld wordt in het Rizario Museum. Het is er iets drukker, verschillende groepen van wandelaars komen hier langs tijdens hun tocht. Manolis stelt voor om hier nog niet te eten en nog een stukje verder te lopen. Sommigen van ons hebben honger. En moeten dringend naar het toilet. Er zit niets anders op dan gebruik te maken van het vieze openbare toilet. Als een echte waakhond is Pippis ons stiekem gevolgd en houdt bij de ingang de wacht tot we klaar zijn. Ik geef hem een aai, wat een lieve hond. We gaan verder, Manolis moet inmiddels begrepen hebben dat we aan de lunch toe zijn, en toont ons een rustig plekje aan waar we kunnen pick-nicken. Gelukkig kunnen we schuilen onder het houten afdak want het begint even te druppelen. We halen onze broodjes lunch die Rita bereid heeft tevoorschijn, dit zal smaken! Ook Pippis wacht geduldig op de restjes. Na de lunch trekken we de weide in en volgen een stenen pad dat omzoomd door halfhoge struiken tussen twee bergflanken loopt. We komen uit bij de Misiou brug. Naast uitleg over fauna en flora, krijgen we van Manolis ook geologische informatie. Hij legt ons uit hoe bepaalde rotsformaties tot stand zijn gekomen, wat de verschillende kleurlagen of de afzettingen op de rotsen betekenen.

We gaan verder en volgen het pad door het bos. Door de nabijheid van de rivier is het pad drassig. Ineens houdt Manolis halt. ‘Kijk hier!’ roept hij uit. We kijken verstomd naar de afdruk in de modder. ‘Dit is de afdruk van een berenpoot!’. Ik kijk hem bevreesd aan. ‘Van een berenpoot?’ stamel ik. ‘Het is nog een verse afdruk’, voegt hij eraan toe. Ik begin onrustig de struiken rondom af te speuren met mijn blik. Dat er in dit gebied bruine beren voorkomen, wist ik, maar niet dat ze hier langs dit wandelpad zouden komen. Ineens begint Pippis onophoudelijk te blaffen. Ik denk meteen aan het verhaal van Lena, die ons na de kaasworkshop vertelde, dat ze ooit een beer tegenkwam en toen geluk had dat ze een hond mee had. Meestal begint die dan hard te blaffen en gaat de beer weg. Geritsel in de struiken, Pippis verdwijnt blaffend het struikgewas in. Een beer, denk ik, er is een beer! Iedereen staat gespannen te kijken. Ineens komt vanuit de struiken een wilde koe tevoorschijn. Ik haal opgelucht adem. Pippis komt uitgelaten langs mijn voeten gerend. ‘Bravo Pippi!’ roep ik hem enthousiast toe en aai hem opnieuw over z’n kop. Hij lijkt me te begrijpen. Manolis kijkt me glimlachend aan. Bekomen van dit kleine avontuur vervolgen we onze tocht naar de laatste brug van vandaag, de Kokori brug.IMG_20160506_135531-EFFECTSHoewel ze langs de weg ligt en er auto’s passeren, vind ik het één van de mooiste. De stenen van deze bruggen zijn robuust en verweerd. Pippis komt gewillig naast me zitten en poseert nog een laatste keer. Na ons gaat een ouder koppel foto’s nemen op de brug. De tocht zit erop en we keren te voet terug naar Dilofo, het dorp waar we zijn vertrokken. We volgen een stuk langs de autoweg, waarna we weer de beboste heuvel op gaan. Onze trouwe hond blijft zitten bij de parking, misschien hopend op een nieuwe groep wandelaars. We roepen hem na, maar verstard blijft hij zitten. Het is warm geworden en moeizaam klauter ik de heuvel op. Dan ineens duikt Pippis naast me op. Ik kijk hem aan. Samen naar het dorp? Moe maar voldaan, kijken we uit over de leistenen daken van Dilofo.