Simon Reeve in Greece – deel 2

simon-reeve_3564232bIn het 2e deel van de BBC-reeks trekt Simon eerst naar de Atheense scheepsdokken. De scheepsindustrie was ooit een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor het land met de grootste vloot ter wereld. Sommige reders zijn er heel rijk door geworden en voelen zelfs de crisis niet. Je ziet er in de haven grote, luxueuze jachten dobberen.

Op de scheepsdokken werden ooit 15.000 mensen tewerkgesteld, nu ligt alles er verlaten bij. Simon gaat een gesprek aan met een van de dokwerkers. Hij vertelt hem dat hij maximum aan 50 dagen werk per jaar geraakt en probeert om de eindjes aan elkaar te knopen. Hij is 58 en heeft geen uitzicht op een betere job. Maar voor de jongeren is het nog veel harder, zij moeten rekenen op hun familie om hen in onderhoud te voorzien. De scheepsbouw is sinds de economische crisis volledig ingestort.

Vanuit Athene reist Simon naar de Peloponnesos waar hij halt houdt bij het kanaal van Korinthe. Grote olietankers kunnen niet door de nauwe zeestraat, maar voor andere schepen bespaart het hen een lange route rond het schiereiland. De Peloponnesos heeft een unieke geschiedenis, hier ontstonden de Olympische spelen en waren er belangrijke steden zoals Korinthe en Sparta. Het is ook de groenten- en fruittuin van Griekenland. De meeste olijfolie wordt hier geproduceerd, maar ook aardbeien worden hier onder plastic tunnels geteeld. Toch zijn het niet de Grieken zelf die het zware werk leveren, er wordt beroep gedaan op goedkope arbeidskrachten uit landen zoals Bangladesh. Hun werk is fysiek zwaar belastend, ze staan lange tijd gebukt in de plastieken tunnels en de temperatuur kan enorm hoog oplopen. Simon heeft een gesprek met mensenrechten vrijwilliger Dimitri. Sommige arbeiders zijn hier al vele jaren en wonen in tenten of zelf geconstrueerde barakjes naast het veld. Er zijn slechts schamele voorzieningen en het gebeurt dat de landbouwers zelfs huur durven vragen. Ze verdienen nauwelijks zo’n 22 euro per dag. Ze beschikken ook niet over de nodige papieren waardoor ze eigenlijk illegaal zijn. Simon stelt de vraag waarom de Grieken zelf dit werk niet doen, gezien de hoge werkloosheid die er momenteel heerst. Dimitri verduidelijkt dat sinds een jaar of 20, 30 de Grieken het boerenleven achter zich hebben gelaten. Ze hadden de kans om te studeren en trokken naar de stad om er een beter betaalde job te hebben. De gastarbeiders worden vaak uitgebuit en ze hebben geen enkel recht waarop ze kunnen beroep doen. Zo gebeurde het dat ze 6 maanden geen loon ontvingen. Omdat dit niet langer aanvaardbaar was, legden ze gezamenlijk het werk neer en vroegen de baas om een gesprek. Deze haalde een wapen tevoorschijn en schoot naar hen, verschillenden geraakten gewond. Het kon hem niet schelen of ze levend of dood waren. Hij werd echter na rechtspraak vrijgesteld van schuld en het meest absurde was dat de arbeiders nog een bepaalde som moesten betalen als vergoeding. In heel Europa worden er op die manier illegalen tewerkgesteld. De arbeiders zitten vast in een vicieuze cirkel, hun enige uitweg is het bekomen van een werkvergunning. Het is de enige manier om legaal werk uit te oefenen, om in het land te kunnen blijven en om beter betaald te worden. Daarom dat ze dit volhouden. Eigenlijk komt dit neer op een moderne vorm van slavernij.

Simon reist verder naar het noorden en neemt de intercity trein naar Thessaloniki. Tot zijn verbazing ontdekt hij een compartiment in de trein dat ingericht is als speelhoekje voor kinderen. Maar Grieken houden enorm veel van kinderen, dus eigenlijk is dit niet eens zo verwonderlijk. Er zijn weinig andere passagiers te bespeuren in de trein. Het voorbij glijdende landschap biedt Simon enkele prachtige uitzichten. Grote sommen geld werden gespendeerd bij het inrichten van deze treininfrastructuur. Maar het bedrijf is totaal niet winstgevend, er worden niet genoeg tickets verkocht en aan de werknemers worden veel te hoge lonen uitbetaald. Een Griekse minister zei ooit smalend dat het goedkoper zou zijn om voor elke reiziger een taxi te voorzien dan het treinvervoer in stand te houden.

Aangekomen in Thessaloniki aanschouwt Simon de Nationale militaire parade die gehouden wordt ter ere van het heroïsche verzet in Wereldoorlog II. De legerdienst is nog steeds verplicht in Griekenland, de banden met buurland Turkije zijn immers nog altijd gespannen. Er werd enorm veel geld uitgegeven aan defensie. De grootste verdeler van wapens aan Griekenland is Duitsland, gek genoeg ook het land dat hen tijdens de economische crisis het meeste zorgen bezorgt. Gedurende vele jaren was Griekenland één van de grootste wapenimporteurs ter wereld. Duitse tanks en onderzeeërs werden met goedkope leningen aangekocht. De Grieken maakten fouten, er werd teveel geld uitgegeven en belastingen werden niet betaald, maar het feit is ook dat bankiers en grote Europese instellingen Griekenland mee in de afgrond geduwd hebben. In dat opzicht is het ook niet verwonderlijk dat Grieken afschuw voelen tegenover de Duitsers.

Terwijl Simon rondrijdt in het centrum van Thessaloniki, verwondert hij zich er over dat de bars en restaurants propvol zitten. Hij bedenkt zich dat het misschien ook te maken heeft met hun mentaliteit, Grieken leven van dag tot dag en grijpen elke mogelijkheid aan om zich te vermaken. In Thessaloniki of in andere steden gebeurt dit in de bouzoukia, de plaatselijke clubs waar grote Griekse zangers optreden. Een ticket is al vrij prijzig, whiskey of andere sterke drank wordt er verkocht per fles en om echt in de sfeer te komen, kan je een grote schaal met bloemen kopen die je dan naar de zanger gooit. Het hoort er allemaal bij. Dit staat natuurlijk wel in schril contrast met de armoede die heerst in het land. Sommigen hebben blijkbaar wel nog genoeg geld om zich te amuseren. Simon verwoordt het heel mooi: ‘Mijn Duitse innerlijk zegt spaar je geld, mijn Griekse innerlijk zegt feest terwijl je kan’. Voor hem is het duidelijk, zijn Griekse innerlijk wint.

Simon rijdt het Pindos gebergte in en bezoekt er de Vikos kloof, één van de grootste en diepste kloven ter wereld. Het uitzicht is adembenemend. Krijtrotsen torenen metershoog uit boven de rivier. Het noorden van Griekenland is eigenlijk een uitgestrekte wildernis. Hier leeft nog één van de grootste roofdieren van Europa, de bruine beer. Simon ontmoet er dierenbeschermster Melina, die hem mee neemt in het park waar de bruine beren verzorgd worden. Arcturos (http://www.arcturos.gr) is een vrijwilligersorganisatie die zich in zet voor het belang van zowel de wilde beren als wolven die voorkomen in het gebied. Het is zo dat nog niet zo lang geleden de plaatselijke bevolking de beren gevangen nam om ze vervolgens te trainen tot dansende beren. De manier waarop dit aangeleerd werd was vrij gruwelijk. Vaak werd de moeder eerst gedood om het berenjong weg te kunnen halen van het nest. Daarna stak men kettingen door hun lippen en neus, brak men hun tanden en klauwen af en liet men hen bewegen op hete metalen platen onder begeleiding van een tamboerijn speler. Op die manier werd de muziek geassocieerd met de pijn en wisten ze dat ze moesten dansen. Aanvankelijk kon men de beren niet redden omdat er nergens plaats was om hen op te vangen. Arcturos heeft het omheinde park gecreëerd en werkte samen met de politie om de beren mee te nemen. Maar lang niet iedereen houdt van beren. Melina toont Simon een berenwelpje dat binnen verzorgd wordt. Het sleept zich voort op z’n achterste poten. Vermoedelijk werd zijn ruggengraat gebroken toen hij pas geboren was door opzettelijke slagen, waardoor hij niet meer kan lopen. Melina probeert het zo goed mogelijk te verzorgen, maar het is echt aandoenlijk om het zo zien rond te kruipen. Het is moeilijk om mens en dier in harmonie samen te laten leven. Zo worden de kuddes van de herders soms aangevallen door beren of wolven. Boeren hadden de gewoonte op ze te schieten om hun kudde te verdedigen. Arcturos heeft een ook hier een reddingsmiddel bedacht, ze laten de schapenkuddes bewaken door sterke herdershonden. Het karakteristieke aan deze honden is dat ze eigenlijk middenin de kudde gaan liggen en de schapen bij elkaar gaan drijven wanneer er een wolf in de buurt is. Wanneer hij dan wil aanvallen, gaan ze er niet op af, maar blijven bij de kudde en verjagen de wolf door naar hem te blaffen. Simon maakt een grapje en zegt tegen de herder dat het enigste wat hij nu nog moet doen is dat de honden de schapen leren melken.

Tot 1950 was agricultuur de belangrijkste economie tot ze steenkool in de grond ontdekten. Door het opgraven en verbranden van de steenkool kan de helft van Griekenland voorzien worden van energie en is het daarvoor niet afhankelijk van andere landen. Gezien de grondstof zich op een redelijke diepte bevindt, wordt er gebruik gemaakt van explosieven. Simon ziet hoe het in z’n werk gaat, de draad wordt in brand gestoken met een lucifer waarna iedereen snel naar de vrachtwagen moet lopen zodat ze kunnen vertrekken voordat de ontploffing plaatsvindt. Het hele gebeuren wekt de avontuurlijke geest van Simon en hij vindt het best grappig allemaal, maar tegelijk beseft hij dat het werk hier toch wel gevaarlijk is. Met reusachtige machines worden de kolen van de wanden geschraapt. Voor het milieu echter is dit een ramp, steenkool is een van de meest vervuilende bronnen voor energievoorziening. Bovenaan de lijst van landen met meest vervuilende energievoorziening staan ook Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Polen. Het is een Europees probleem. Als men de milieuproblemen wil aanpakken, is het noodzakelijk dat steenkool voorgoed verdwijnt, maar het is weinig waarschijnlijk dat dit in Griekenland zal gebeuren. Een van de bazen van de mijn waar Simon mee op pad is, stelt het als volgt: ‘Momenteel voorziet het ons van een stabiele energievoorziening, wat gezien de economische crisis een belangrijke rol speelt. We moeten niemand anders betalen, het zit in de grond en we kunnen er gebruik van maken.’ De ontginning van de mijn breidt zo ver uit dat zelfs dorpen er door worden aangetast en bewoners in de buurt moeten verhuizen. Het vele geld dat Griekenland geleend heeft en vaak verkwist heeft aan andere zaken, had kunnen geïnvesteerd worden in zonne-energie. Eigenlijk kunnen ze het zich niet veroorloven om de mijn nu te sluiten. Enerzijds hebben ze energie nodig en anderzijds worden er heel wat mensen tewerkgesteld. Deze streek van Griekenland heeft de hoogste jeugdwerkloosheid in heel Europa.

Simon maakt zich de bedenking dat de recente geschiedenis van Griekenland misschien ook wel iets te maken heeft met het karakter zelf van de Grieken. Ze zijn vaak trots, hebben een sterke wil en ze worden niet graag de les gespeld. Een voorbeeld dat die houding perfect weerspiegelt, is de metalen gesp van een veiligheidsgordel die Simon ergens heeft gekocht in een tankstation. Door de gesp in het slot te duwen, kan de chauffeur zijn gordel uitlaten zonder dat de auto begint te piepen. Veiligheidsmaatregelen komen in conflict met de trots en de koppigheid van de Grieken. Velen weigeren hun gordel te dragen of hun motorhelm. Het is ook niet verwonderlijk dat Griekenland één van de landen is met het hoogste aantal verkeersslachtoffers. Daar getuigen de vele kapelletjes langs de weg van.

Simon reist verder naar het schiereiland Chalchidiki. Men kan zeggen dat de identiteit van de Grieken voor een groot deel ook gevormd wordt door de Grieks-orthodoxe kerk. Journalist Kostas neemt hem mee naar de Athos berg, een semi-autonoom deel van Griekenland waar eeuwenoude kloosters gevestigd zijn. Om de verleidingen te beperken voor de monniken mag de berg niet door vrouwen betreed worden, ook is het verboden om vlees te eten. Net zoals de Meteora kloosters, werden ze hoog op de rotsen gebouwd.

Gedurende eeuwen werden de Grieken overheerst door de Ottomanen. De kerk speelde een vooraanstaande rol in de Onafhankelijkheidsoorlog. Ook in het dagelijkse leven van de Grieken speelt de kerk een belangrijke rol. De journalist geeft als voorbeeld dat crematie in Griekenland verboden is door de kerk, een gebruik dat onlangs nu toch werd goedgekeurd. De kerk wordt ook gefinancierd door de staat en verder heeft ze ook inmenging in het curriculum van de scholen.

Kostas neemt Simon mee naar een klooster waar de monniken hun geloof op extreme wijze belijden. Om er te geraken, moeten ze wachten tot het duister gevallen is. Het klooster werd afgesloten en het hoofd van de orthodoxe kerk heeft geprobeerd om de monniken te verdrijven. Wat verder op de weg is er een politiepost die controles uitvoert, om die te vermijden kruipen ze door de struiken heen via een gat in de afsluiting. Op dezelfde manier worden Simon en de journalist naar binnen gesmokkeld. In de laadbak van een pick-up rijden ze zo via een aardeweg een uur verder tot aan het klooster. Simon ontmoet er een kerkvader die hem uitlegt hoe de discussie is ontstaan. De orthodoxe kerk heeft besloten om enigszins te moderniseren door zichzelf te verenigen met de andere christelijke religies zoals het katholicisme en het protestantisme. De monniken van dit klooster houden echter vast aan het zuivere orthodoxe geloof en weigerden dit te doen. Zo ontstond er een conflict tussen hen en de rest van de orthodoxe gemeenschap. Nu zijn alle gesprekken gestopt met hun patriarch. De discussie is enorm geëscaleerd, ze zijn zelfs bereid te strijden tot de dood. Omdat ze volledig op zichzelf zijn aangewezen en ze ook een grote gemeenschap zijn met zo’n 120 monniken, proberen ze zoveel mogelijk zelf te doen. Zo worden ook reparaties uitgevoerd in hun atelier. Het is een eenvoudig leven zonder verleidingen. Behalve één dan ontdekt Simon. Hij wordt meegenomen naar de stookplaats waar hij proeft van hun zelf gebrouwen tsipouro. De kerkvader besluit: ‘Orthodoxie kan leven zonder Griekenland, maar Griekenland kan niet leven zonder orthodoxie.’ Griekenland kan gezien worden als een christelijk bastion aan de uiteinden van Europa. Dit in tegenstelling tot het islamitisch buurland Turkije.

De reis gaat verder naar West-Thracië. Men zou het totaal niet verwachten, maar hier leeft een vrij grote moslimgemeenschap tussen de orthodoxe Grieken. Een lerares Engels neemt hem mee om de gemeenschap te ontmoeten. Rond 1900 werden de grenzen hertekend waardoor ze in Griekenland terecht kwamen. Er zijn moskeeën in het dorp en de vrouwen lopen gesluierd. Gedurende vele jaren waren de Grieken in oorlog met de Turken, het is dan ook niet verwonderlijk dat ze hen als een vijand binnenin beschouwden. Het was zelfs zo dat de moslims aanvankelijk geen Grieks paspoort kregen en er waren militaire checkpoints die de mensen die in en uit het dorp gingen controleerden. Gedurende lange tijd werden deze moslims genegeerd en zelfs Grieken uit Thessaloniki wisten niet dat deze mensen hier woonden. Het is slechts de laatste 15 jaar en onder druk van de EU dat de grenzen werden opgeheven en er dingen begonnen te veranderen. De mensen zijn trots op hun etnische afkomst en ze spreken nog een Turks dialect. Tegelijk met het openen van de grenzen, hebben ook zij zich meer opengesteld. De vrouwen gaan nu naar school om ook Grieks te leren. Een Griekse lerares die betaald wordt door de staat komt naar de school om er les te geven en op die manier de integratie te bevorderen. De vrouwen ervaren de lessen als positief. Zo kunnen ze bijvoorbeeld alleen naar de dokter, ze hebben niet zoveel hulp meer nodig. Dit versterkt hun zelfvertrouwen.

Dit alles herinnert eraan dat Griekenland een jong land is dat nog steeds evolueert. Mede onder invloed van de EU werd het land in sneltempo gemoderniseerd. Maar sommige publieke instellingen moderniseren niet even snel met chaos tot gevolg. De laatste jaren zijn heel moeilijk geweest voor de Grieken, maar ze proberen zich aan te passen aan de situatie. Een van de manieren waarop ze dit doen, is door terug te keren naar het platteland.

Simon ontmoet Pavlos. Twee jaar geleden is hij teruggekeerd uit het buitenland om het familielandgoed met de olijfgaarden weer te bewerken. Simon vraagt hem: ‘Je woonde en werkte in het buitenland en ineens besef je: thuis is het eigenlijk wel prachtig?’ Pavlos antwoordt: ‘Thuis is het inderdaad prachtig, maar ons land verkeert in een moeilijke situatie. We moeten ons huis renoveren, maar met onze eigen materialen.’

Sinds de crisis hebben ongeveer 200.000 Grieken het land verlaten, het is één van de grootste brain drains in de westerse wereld. Maar Pavlos kwam terug. Hij is er zich van bewust dat het land nood heeft aan jonge, enthousiaste ondernemers voor de heropbouw. Pavlos is overgeschakeld op organische landbouw en produceert hoog kwalitatieve olijfolie. Hij investeert nu zijn geld en zijn tijd in Griekenland, het land waarvan hij houdt en hoopt op die manier dat hij ook anderen inspireert. Hij is ervan overtuigd dat er oplossingen zijn om uit de crisis te geraken, hoe moeilijk het ook is. En tegelijk wil hij ook het imago van Griekenland opkrikken. Het gaat niet alleen om corruptie, economische tekorten, er zijn ook positieve dingen zoals de solidariteit onder de mensen. Pavlos is van mening dat het een grote fout zou zijn voor deze generatie om inactief te blijven en de volgende generatie op te zadelen met een nog groter probleem. Misschien is het enige positieve aan de crisis dat de slechte werking van de staat aan het licht werd gebracht. Mensen als Pavlos willen de chaos van het oude systeem vervangen door een nieuw systeem zonder corruptie.

Simon eindigt zijn reis bij één van de Griekse stranden. Hij zegt dat hij toch meer dan eens versteld stond van bepaalde dingen die hij heeft gezien gedurende deze reis. Maar hij gelooft dat als de Grieken blijven samenkomen en werken voor het gemeenschappelijke goed, ze hun problemen kunnen overwinnen.

Simon Reeve in Greece – deel 1

greece-simon-reeve-bbcSimon Reeve gaat in de 2-delige BBC-reeks op reis in Griekenland. Een prachtig land, maar ook een land dat heel veel problemen ervaart. Hij is verliefd op de cultuur, op de mensen, houdt van het eten, zijn enthousiasme is aanstekelijk. Maar tegelijk houdt het hem niet tegen om ook de schaduwzijde te tonen.

Simon begint zijn reis in de Dodekanesos, een groep eilanden in de Egeïsche Zee. De voornaamste bron van inkomsten, is nog steeds het toerisme. Dit was niet altijd zo. Hij gaat om bezoek bij een visser en z’n zoon die, zoals vele eilandbewoners vroeger, overleeft op de vangst van sponzen. Het is echter niet vanzelfsprekend. Het duiken naar sponzen houdt risico’s in, het gebeurt niet met duikflessen, de visser ademt via een rubberen slang die verbonden is met een tank met gecompresseerde lucht op het dek van de vissersboot. Op die manier kan hij veel langer onder water blijven. Bij het naar boven komen, moet hij uitkijken voor het gevaar van decompressie. Hij vertelt hoe hij op die manier z’n broer verloor. We zien hoe Vangelis met zijn voeten de melk uit de sponzen duwt, waarna hij ze nog eens slaat met een houten stok waardoor ze zacht en wit worden. Sinds de industriële sponzen op de markt kwamen, brengen de natuurlijke sponzen echter niet veel meer op. En ook milieuvervuiling heeft ervoor gezorgd dat de sponzen ziek worden en de vangst minder groot is. Toch geeft Vangelis niet op, het Egeïsche licht doet zijn ogen oplichten en in zijn glimlach ligt de kracht van een heel leven vervat. Simon vraagt hoe het leven eruit ziet op deze kleine, afgelegen eilanden die voor de toeristen het paradijs op aarde lijken. Hij zegt dat het leven in de winter vaak hard is, door de winterstormen zijn ze vaak afgesloten van de andere eilanden. Ze moeten voorzien worden van water en soms kunnen veerboten dan niet uitvaren. Er is ook geen dokter aanwezig. Veel jongeren trekken naar de grootsteden op zoek naar werk. Enkel tijdens religieuze feesten keert de hele familie terug naar het eiland. Er komen toeristen, maar die blijven vaak op hun boot en spenderen geen geld in de lokale taverna’s. Het leven op een Grieks eiland is dus niet altijd even paradijselijk.

Naast de economische crisis die het land in een wurggreep houdt, wordt Griekenland bovenop nog geconfronteerd met problemen van heel andere aard. Om dit aan te tonen, vaart Simon naar het Griekse eiland Lesbos. Vanuit Turkijke dat aan de overkant ligt, komen massa’s vluchtelingen in rubberbootjes op het eiland aan. Ze komen vaak uit Syrië en hebben er al een hele tocht opzitten. Het strand ligt bedekt met felgekleurde reddingsvesten. Hun enige bezit, is een gsm. Er staat niemand om hen op te vangen, er zijn geen autoriteiten aanwezig om controle uit te voeren. Na de hachelijke tocht op zee, stappen ze in de brandende zon te voet naar de haven van Lesbos in de hoop daar op een boot te geraken die hen naar Athene brengt. Even verder ligt het toeristische Molyvos. Toeristen liggen te zonnen op datzelfde strand, of rijden in een toeristentreintje rond. Het extreme contrast is haast niet te vatten. De meeste vluchtelingen zijn hoogopgeleid, er is sprake van een ware brain drain. Simon merkt op dat het net die mensen zijn die nodig zijn om een land herop te bouwen. Maar hetzelfde geldt voor Griekenland, zoveel hoogopgeleide jongeren vertrokken naar een ander Europees land, in de hoop de uitzichtloze toekomst in hun eigen land te veranderen in een meer hoopvolle. Een bijkomende moeilijkheid wat betreft de vluchtelingen, is de botsing van culturen. Grieken zijn ook bang dat toeristen zullen wegblijven door de komst van deze vluchtelingen, terwijl het net nu zo nodig is om te overleven in deze economische crisis. Simon heeft een gesprek met een man die snorkeltochten organiseert. Wanneer hij onder het zeil gaat staan, zegt de flamboyant ogende Griek hem: ‘Blijf in de zon, je hebt ervoor betaald!’ Nog maar net is het gesprek begonnen of een andere Griek komt vanaf de kade al tussenbeide. In het Grieks roept hij zijn mening naar hen, terwijl de man van de snorkeltochten meermaals terug roept dat hij het in het Engels moet zeggen. Op geheel eigenwijze Griekse manier blijft de man zijn mening in het Grieks verder verkondigen. In Griekenland kunnen discussies hoog oplaaien en men heeft niet echt de gewoonte om te wachten tot de ander is uitgesproken. De man drukt de gedachte uit die leeft bij de plaatselijke bevolking, hij betuigt medeleven met de vluchtelingen maar tegelijk is er ook de angst. De man van de snorkeltochten concludeert: ‘Of men ze nu helpt of niet, wie uit wanhoop gedreven wordt, komt toch.’

Simon zet zijn tocht verder en reist naar het meest zuidelijk gelegen eiland Kreta. Dit eiland heeft een uniek karakter. Ook de bewoners zelf onderscheiden zich van de rest van de Grieken. Als Grieken vurig zijn, dan zijn de Kretenzers dat nog meer. Simon stelt zich de vraag of dit karakter gevormd werd door het landschap met zijn ruige bergen of door de geschiedenis. Hij gaat daarom op pad met priester Andreas die tevens ook voorzitter is van een schietclub. Op het eerste zicht een vreemde combinatie. Maar in de ogen van de priester is dat helemaal niet zo. In de geschiedenis van Griekenland gaan de kerk en wapens hand in hand. Het doel is het beschermen van ‘i patrida’, ‘het vaderland’, ‘i oikogenia’, ‘het gezin’ en ‘de religie’, ‘i thriskeia’. Drie waarden die elke Griek hoog in het vaandel draagt. Ze brengen een bezoek aan het dorp Anogia waar de dorpsbewoners werden uitgeroeid tijdens de Nazi-bezetting. Een marmeren plaat met hun namen herinnert tot op deze dag aan dit gruwelijke feit. De priester neemt hem ook mee naar een herdershut op 1200m hoogte, waar ze begroet worden met geweerschoten. Ook bij traditionele Kretenzische huwelijken worden er nog steeds geweerschoten gelost. Het is op zulke plaatsen dat de verzetsstrijders zich schuil hielden. Simon krijgt er antwoord op zijn vraag, zowel het landschap zelf als de geschiedenis hebben het karakter van de Kretenzers gevormd. De priester en de herders zijn van mening dat de Duitsers verantwoordelijk zijn voor de crisis, waar ze tijdens de Wereldoorlog de macht probeerden te grijpen met  wapens, willen ze nu op economische wijze de macht grijpen. Ze zijn niet de enige Grieken die er zo over denken, maar in ieder geval zijn ze klaar om de stijd aan te gaan. Simon is van mening dat de politici en de bankiers in Brussel en Duitsland wel hun verantwoordelijkheid mogen tonen.

Griekenland is onlosmakelijk verbonden met zijn verleden en ook Europa is sterk geworteld in het Griekse verleden. Simon toont ons een prachtig voorbeeld hiervan, het beroemde paleis van Knossos daterend uit de Minoïsche beschaving die kan beschouwd worden als de 1ste grote Europese beschaving. Hier wortelt het ontstaan van Europa en zelfs onze munt, de euro, heeft als symbool een Griekse letter. Griekenland voldeed niet aan de eisen om toe te treden tot de Unie, maar toch kneep Europa een oogje dicht. Nu draagt het land de enorme gevolgen die duidelijk zichtbaar zijn in Athene. Tijdens de Olympische spelen leende de stad enorm veel geld voor de aanleg van stadia, vernieuwing van de metro enz., veel van deze infrastructuur staat nu te verkommeren. Nog een voorbeeld van politiek wanbeleid was de classificatie van de moeilijke beroepen. Wie tot deze groep behoorde, en daarvoor moest je echt geen spectaculair beroep uitoefenen – ook kappers behoorden tot deze groep- kon vervroegd op pensioen met als gevolg dat het systeem onbetaalbaar werd. Het gevolg was de economische crisis die leidde tot werkloosheid en armoede. Heel wat pensioenen werden geschrapt, een werkloosheidsuitkering bestond sowieso al niet. Sommige families leven met verschillende gezinsleden van één pensioentje. Anderen overleven in containers en dankzij de voedselbedelingen van brood en soep. Er zijn kinderen in de klas die flauw vallen omdat ze gewoon niet genoeg te eten krijgen. Simon bezoekt de stortplaats van Athene, een reusachtige vuilnisbelt, om nogmaals het slechte politieke beleid te tonen. In Griekenland wordt er immers niet gerecycleerd. Heel de situatie leidt ertoe dat vooral jongeren ontzettend boos worden. Ze voelen zich belazerd door de politici, door de oudere generatie, hun toekomst werd gestolen en het doet ze rebelleren. De wijk Exarcheia in Athene stond altijd al bekend om z’n anarchisten en ook nu onstaan hier protestacties. Vooral ook de rijken treft schuld zoals we ook kunnen lezen in het boek van Bruno Tersago ‘Groeten uit Griekenland’. In plaats van de crisis te helpen dragen, hebben ze hem vergroot door jarenlange corruptie, omkoping en belastingontduiking. Geen beter beeld om dit aan te tonen dan de rijke huizen in de wijk Kifissia. Omdat de rijkdom verscholen zit achter hekkens en heggen, halen ze er een drone bij om van bovenaf te filmen. Om de crisis te dempen werden er extra belastingen gehoffen, waaronder een bijkomende belasting op zwembaden. In deze wijk waren er slechts 300 aangiftes, maar een eenvoudige telling toont aan dat er veel meer zijn. Om de controles te ontlopen, dekten ze hun zwembaden af met zeildoeken. De kloof tussen rijk en arm wordt steeds groter. Er zijn dringend politieke en sociale hervormingen nodig.