Paardrijden met Eleni in Pilion

imag1403.jpgKent u ze nog de Centauren? Die wezens die half mens, half paard waren en leefden in de bossen van Thessalië. Ze werden niet meteen voorgesteld als zachtaardig in de mythologie, zo kregen ze het vaak aan de stok met de Lapithen, hun buren die in het Ossa gebergte woonden nabij de rivier Pinios. Ook op het huwelijksfeest van koning Pirithoüs, koning van de Lapithen, waar ze voor één keer uitgenodigd waren, was het weer van dat. De overdaad aan wijn veranderde de feestvreugde in een gevecht waarbij ze zelfs aan de haal gingen met de bruid Hippodameia. Deze Centauromachie vind je onder andere terug op de metopen van het Parthenon, op Griekse vazen en vele andere kunstwerken. Er is echter één centaur die zich onderscheidde van al de rest. Cheiron stond bekend om zijn wijsheid en goedheid. In zijn school bovenop de Pilion berg, gaf hij onderricht in muziek, boogschieten, paardrijden, geneeskunde en kunst. Een van zijn leerlingen was Aktaion, een uitstekend jager die uitmuntte in het boogschieten. Hij werd door Artemis tijdens een jachtpartij veranderd in een hert waarna hij door zijn jachthonden werd verscheurd. Toen de honden hun baas niet meer vonden, hieven ze een klaaglijk gehuil aan. Om hen te troosten, maakte Cheiron een beeld van hun meester.

Ook nu nog wanneer je door de groene bossen van Pilion rijdt met zijn vele riviertjes en watervalletjes, waar het koel is en het ruikt naar hout en mos, durf je weleens te denken dat je daar plots een nimf ziet of achter een boom een centaur ziet verdwijnen. Dit bos heeft iets geheimzinnigs, het spreekt tot de verbeelding. Waar je elders in Griekenland vooral ezels of geiten ziet, zie je hier voornamelijk paarden. Thessalië staat dan ook sinds lang bekend om zijn paardenfokkerijen.

20180618_123442In ongeveer een uur tijd zijn we van het westen van het schiereiland naar de oostkant gereden naar de manège in Koropi. De wegen liggen er opmerkelijk beter bij, hier geen wegverzakkingen en putten. We rijden het terrein op en parkeren de auto onder een olijfboom. Wanneer we uitstappen, komt een meute herdershonden op ons afgerend. Dat maakt wel indruk zo’n roedel grote honden die op je afkomt, maar eens dichtbij lopen ze kwispelstaartend om ons heen. In de verte zie ik drie gezadelde paarden staan. Ik ben klaar om terug in de auto te stappen. U moet weten, ik heb het niet zo voor paarden. Wat doe ik hier dan, zou je kunnen zeggen. Inderdaad, waar is Cheiron als je hem nodig hebt?

Geen Cheiron te bespeuren, maar wel Eleni, die ons vriendelijk onthaalt. Ze straalt rust uit en een zekere vastberadenheid waardoor ik me ook al wat meer op mijn gemak voel. Het is dertig graden maar ze vraagt me toch om mijn short te wisselen voor een jeans. Zelf draagt ze een lange zwarte collant broek met dikke sportkousen die tot half haar scheenbeen komen. Ik vraag of ik nog even naar het toilet kan. Dat kan en ik volg haar de trailer in. Binnen hangt het vol medailles en foto’s van wedstrijden. Voor de trailer zit een stokoude man met een getaand, gerimpeld gezicht en helderblauwe ogen die je zo fel aankijken dat je van de weeromstuit meteen wegkijkt. Hier zit pit in. Ineens begint hij fors met zijn wandelstok in het rond te slaan, terwijl hij dingen mompelt die ik niet begrijp. ‘Hou op!’ sist Eleni. ‘Je moet de katten niet slaan en zeker niet als er mensen zijn!’ Hij gromt iets als antwoord. We gaan naar de paarden toe. Eleni vertelt ons hun naam en kiest zorgvuldig wie welk paard berijdt. Daarna toont ze hoe we het paard bestijgen met één voet in de stijgbeugel terwijl je je andere been over zijn rug gooit. Ze geeft ons de teugels in handen en legt uit hoe we ze vasthouden en hoe we het paard links of rechts laten keren of laten stoppen. Het lijkt eenvoudig. Dit moet lukken, denk ik bij mezelf. Ik wrijf het paard in de nek, meer om mezelf gerust te stellen dan het dier, want dat lijkt er alle vertrouwen in te hebben. Na een tijdje ebt mijn angst weg en begin ik te genieten. We volgen een pad dat langs de achterkant van enkele huizen loopt. Wanneer de honden in de tuin gevaarlijk grommen vanachter het hek, blijven de paarden rustig verder draven. Ik vraag Eleni of ze reeds veel ervaring heeft met paarden en of ze deelneemt aan wedstrijden. Ze vertelt dat ze dat ooit nog gedaan heeft, maar nu niet meer. ‘Ik hou ervan om het te leren aan kinderen of om groepen te begeleiden.’ zegt ze. Wanneer mijn paard wat achterop geraakt, vraagt ze mij om het met mijn voet in zijn zij te porren. Ik geef het een flauwe por. Eleni lacht. ‘Dat voelt een paard niet hoor! Doe maar wat harder!’ Ik probeer, maar het lijkt alsof ik het paard pijn ga doen. Bij de derde poging holt het vooruit tot bij Eleni’s paard dat voorop loopt. Nu ik dichterbij ben, is het ook net iets makkelijker om te converseren. ‘Welk ras is dit eigenlijk?’ ‘Dit zijn Griekse paardjes. We fokken deze om dat ze ideaal zijn hier. Ze zijn goed in het lopen op ruw terrein met keien en ook in de bergen. En ook het feit dat ze niet te groot zijn, is ook goed want dan kunnen ze gemakkelijker onder de olijfbomen door zoals hier. Vergeet jullie niet te bukken. De paarden meten hun hoogte en niet de onze!’ Ik begrijp ineens waarom dit sport heet, wanneer je naar voor plooit of je naar links of rechts gaat leunen om de olijventakken te ontwijken voel ik alle spieren in mijn lichaam. ‘Het is mijn grootvader die met de paarden is begonnen. Er was geen werk en met het weinige geld dat hij had, kocht hij twee paarden waar hij mee is beginnen fokken. Later hebben we er een manège van gemaakt.’ ‘Is alles nog oké?’ vraagt ze. Ik knik bevestigend. ‘In het begin had ik schrik,’ beken ik haar ‘maar nu word ik er precies heel ontspannen door.’ Ze glimlacht. ‘Dat is hippotherapie.’ Wanneer we de olijfgaard uitlopen, komen we op een zanderig pad. Ik lijk zo opgegaan in het paardrijden dat ik verschiet wanneer ik ineens de zee voor mij zie. We volgen het strand, links zijn pijnbomen en rechts het water.

40875977_10156432016701287_2339350059134484480_nWe slaan opnieuw een pad in dat tussen een paar huisjes loopt, waarna we terug in een olijfgaard komen. ‘Zullen we iets versnellen?’ vraagt ze achterom kijkend. De paarden gaan in draf en ik span alle spieren in mijn dijen aan om in het zadel te blijven en mijn evenwicht te behouden. Ik lach naar Eleni die omkijkt. Even later laat ze de paarden weer vertragen. De ene herdershond van Eleni die was gevolgd, is opeens verdwenen. ‘Waar is de hond?’ vraag ik. ‘Hij heeft een shortcut genomen!’ lacht ze. We zijn bijna terug bij de paardenstallen. Hoewel ik er met de schrik ben opgekropen, vind ik het nu echt jammer wanneer de rit er bijna opzit. ‘Kennen jullie het dorp Tsagkarada? Vanaf morgen begint er het Tsagkarada festival. Er worden dan elk jaar activiteiten georganiseerd zoals boogschieten en paardrijden. We zullen er ook zijn met onze paarden. Ik hoop jullie terug te zien!’ Bij het afstijgen, wrijf ik mijn paard in de nek en kijk het diep in zijn donkerbruine ogen. Dit keer zonder schrik. Dankjewel, fluister ik. Eleni vraagt of we ervan genoten hebben. We bedanken ook haar. Centauren hebben we niet ontmoet vandaag, maar Eleni leerde ons paardrijden zoals waarschijnlijk ook Cheiron dat deed!